Bloemkool met garnaal en gepocheerd ei

Voor 4 personen

• 1 kleine bloemkool
• 3 eetl olijfolie
• 100 ml witte azijn
• 4 zeer verse eitjes (M)
• 2 eetl mayonaise
• sap van ½ citroen
• 300 Hollandse garnalen
• peterselie, fijngehakt
• peper en zout

Ook nodig: vormsteker 8 cm Ø

1. Verwarm de oven voor op 160°C.
2. Snijd van de bloemkool kleine roosjes ter grootte van maximaal 1 cm en doe in een kom. Vermeng met de olijfolie en wat (witte) peper en zout. Leg het mengsel op een met anti-aanbakfolie bedekte bakplaat en gaar de bloemkoolroosjes in de oven in ongeveer 20 minuten beetgaar. Roer regelmatig door.
3. Vul een kookpan met 1,5 liter heet water en azijn en laat tegen het kookpunt aan komen. Klop met een garde door het water zodat een draaikolkje ontstaat; breek een ei in een kopje en laat het in het hete water glijden. Pocheer zo de eitjes één voor één gedurende maximaal 4 minuten. De dooier dient nog vloeibaar te zijn.
4. Schrik de eieren af in koud water. Leg op een droge theedoek en snijd het eiwit eventueel bij voor een mooie vorm.
5. Plaats de vormsteker op het bord en vul deze met een laagje bloemkoolroosjes. Meng de mayonaise met wat druppels citroen en strijk dit mengsel over de bloemkool.
6. Voeg een laag garnaaltjes toe en besprenkel deze ook met wat citroensap.
7. Warm de gepocheerde eitjes op in wat warm water. Verwijder de steker voorzichtig en leg het gepocheerde eitje op de garnaaltjes.
8. Kruid het eitje met wat peper en zout en dien op. Garneer eventueel met wat waterkers.