Voor deze functionaliteit is een account vereist.
Registreer nu gratis
en krijg €2,50 tegoed cadeau
of log in als je al een account hebt.
Bij kaas hoort port. Maar er zijn veel meer wijnen die goed smaken bij een mooi stukje kaas. Eigenlijk zou bij iedere kaas op het plankje een andere wijn of dessertwijn kunnen worden geschonken, een rij verschillende wijnen bij dat bonte palet kazen.
De traditie schrijft het voor: bij kaas wordt een glas port geschonken. En inderdaad, bij zo’n lekker oud brokkelkaasje, bijvoorbeeld een overjarig stukje Goudse, smaakt de robijnrode port fantastisch. Maar port is zeker niet de ideale partner voor alle kaasjes op een kaasplank. Eigenlijk logisch, want een jonge geitenkaas smaakt heel anders dan een pittige blauwader, en een sterk geurende roodschimmel lijkt in niks op een puntje zachte, romige brie. En bij al die verschillende smaken zou één wijn moeten passen?
Neem nou dat kruidige zachte geitenkaasje. Die frisse smaak is misschien wat te subtiel door de diepzoete smaak van de rode port. Het lijkt misschien vreemd, aan het einde van de maaltijd, maar hier zou een droge witte wijn een goede begeleider kunnen zijn. Denk aan een Sauvignon Blanc uit de Loire, de streek waar ook veel geitenkaas wordt gemaakt. De stuivende geur van de wijn en de frisgroene smaak van het kaasje passen goed bij elkaar, zeker als het kaasje nog door geurende kruiden is gerold. Maar port kan ook, als hij tenminste gekoeld geserveerd wordt. Door ‘m koeler te drinken, blijft port lichter en frisser. Het zoet komt minder naar voren.
“Bij kaas hoort port. Maar er zijn veel meer wijnen die goed smaken bij een mooi stukje kaas.”
Het andere uiterste is de blauwschimmel, zoals Gorgonzola of Roquefort. De smaak van de schimmel kan zo intens zijn, dat alleen stevige rode port er tegenop kan. Een smaakcontrast is hier de beste oplossing, want een wijn die net zo intens smaakt als een forse blauwschimmel is moeilijk te vinden. Hoe zoeter de wijn, hoe beter het is. Rode port op kamertemperatuur, vooral tawny, zou goed kunnen passen. Tawny heeft meer nootachtige elementen in de smaak dan een frissere, lichte ruby. Een mooie zoete witte wijn, zoals Sauternes, zou ook een mooie combinatie zijn. De zilte geur en smaak van de kaas krijgt tegenwicht door de stroperige, notige smaak van een dessertwijn met botrytis. En omdat beide smaken geconcentreerd en uitgesproken zijn, houden ze elkaar in balans.
Hoe moet dat met een roodschimmel? Kazen zoals Münster hebben vaak een sterke geur, maar een zachte, aardse smaak. Een wijn met een uitgesproken geur past hier heel goed bij. Kijken we in de streek waar Münster vandaan komt, dan lijkt een Gewürztraminer de beste kandidaat. Die wijn heeft het opvallende aroma van rozen en een zoet accent in de smaak.
Harde koeienkaasjes, zoals oude Goudse of Friese nagelkaas, passen heel goed bij port. Het zoete accent van de port kan terugkomen in een stukje kletsenbrood of vijgenbrood bij de kaas, of een likje kruidige chutney of vruchtencompote. Maar ook rode wijn, bijvoorbeeld die bij het hoofdgerecht werd gedronken, kan bij deze kazen goede dienst bewijzen. Vaak heeft die wijn de kruidigheid en complexiteit die oude kaas ook kan hebben.
Ruby, tawny, late bottled vintage? Port is een wereld op zich, met zijn eigen jargon. Een jonge port heet ruby, genoemd naar de robijnrode kleur van de jonge, frisse port. Hij is iets gekoeld op zijn best. Een tawny is een gerijpte port, waarbij de kleur meer naar bruinrood neigt. De port gaat meer naar rozijnen en noten smaken. Een Late Bottled Vintage is een bijzondere port uit een goed oogstjaar. Crusted staat op het etiket als de port ongefilterd is. Het residu vormt na jaren bewaren een korst aan de binnenkant van de fles. Hij moet worden gedecanteerd voordat hij wordt geschonken.