Voor deze functionaliteit is een account vereist.
Registreer nu gratis
en krijg €2,50 tegoed cadeau
of log in als je al een account hebt.
Dessertwijnen staan vaak in de schaduw van droge wijnen. Sommige mensen denken zelfs dat ze meer bedoeld zijn voor beginnende wijndrinkers, vanwege de zoete smaak. Maar dessertwijnen zijn net zo complex en gevarieerd als alle andere wijnen. Er is een zoete wereld te ontdekken voor iedereen die ze tot nu toe links heeft laten liggen!
De manier waarop een dessertwijn wordt gemaakt, zegt veel over de smaak. Veel zoete wijn wordt gemaakt van druiven die laat worden geoogst. Dat zijn wijnen met op het etiket ‘Vendange tardive’, ‘Late harvest’ of ‘Trockenbeerenauslese’. De druiven zijn rijp, zo rijp dat je ze niet meer als fruit zou willen eten. De schil begint al wat te rimpelen, het sap is geconcentreerd en zoet. In sommige wijngaarden gaan rijpe druiven beschimmelen met een speciaal schimmeltje, de botrytis cinerea. Edele rotting wordt dat genoemd, en dat zegt genoeg: het geeft de wijn een bijzondere complexe, rijke smaak. Een beroemde dessertwijn die op deze manier wordt gemaakt, is Sauternes uit Bordeaux. Het geheim van de schimmel zijn de beken die vlakbij de wijngaarden liggen. Warme, vochtige lucht drijft in de herfst vanaf het water de wijngaard in, pas na de middag lossen de flarden op in de zon. De mist en de dauw zorgt voor een vochtig laagje op de druivenschil, die daardoor kwetsbaar wordt voor die bijzondere schimmel. De aangetaste druiven worden stuk voor stuk met de hand geplukt, een hele klus. Door de botrytis krijgt de wijn een notige, honingachtige smaak, die goed past bij desserts met zuidvruchten. Verrassend: ook bij Roquefort of bij eendenlever smaakt deze wijn verrukkelijk.
Hoe sluit je dat af? Met een mooi nagerecht natuurlijk. En in de stijl van de avond hoort daar ook een passende wijn bij. Een dessertwijn, maar welke?
Andere wijnmakers wachten nog langer met oogsten, pas als de druiven bevroren zijn, komen ze in actie. Het resultaat is zoete ijswijn, zoals die wordt gemaakt in bijvoorbeeld Canada en Duitsland. De druiven zijn ingedroogd en bevatten bijna geen vocht meer. Ze worden bevroren uitgeperst, zodat vooral het zoete druivensap druppeltje voor druppeltje uit de pers sijpelt. Ijswijn heeft een verbazend heldere, frisse smaak, die tegelijk enorm geconcentreerd is. Het is een exquise begeleider van nagerechten met veel fruit.
Niet iedere wijnmaker hoeft zoveel geduld te hebben voor hij zijn wijn kan gaan maken. Andere dessertwijnen, zoals Muscat de Rivesaltes en Beaumes de Venise worden namelijk gemaakt van rijpe muscat-druiven, die worden geplukt tijdens de normale oogst. De boer grijpt in en stopt de vergisting van het sap, bijvoorbeeld door er wijnalcohol aan toe te voegen. De wijn heeft dan veel natuurlijke suikers, die nog niet de kans hebben gekregen om te vergisten, én een redelijk alcoholpercentage. Banyuls, de beroemde begeleider van chocoladedesserts, wordt ook op deze manier gemaakt, maar van het rode druivenras grenache. Soms rijpt de wijn na op houten vaten, soms zelfs in de zon. Dat zorgt voor oxidatie van de wijn, waardoor de smaak dieper en wat noot-achtiger wordt. Moscatel valt op door de bloemige, geparfumeerde smaak van honing en kruiden. Een perfecte aanvulling op de chipolata met gedroogd fruit en vanille. Serveer ‘m licht gekoeld, zodat de zoete smaak fris blijft.
Dessertwijn wordt in een klein glas geschonken. Gezien de geconcentreerde, zoete smaak is dat vaak wel genoeg. Daarom wordt dessertwijn in kleine flesjes, van een halve liter of zelfs 375 mililiter verkocht. Blijft er wijn over? Geen probleem, want de meeste dessertwijnen zijn goed te bewaren. Kurk erin en in de koelkast, daar blijft hij weken goed.
